Geschiedenis old

De huidige bewoners, Graaf Renaud en Gravin Valérie de Kerchove de Denterghem, stellen alles in het werk om park en gebouwen te bewaren. Sinds 1995 is het park beschermd als monument.

In 1843 trad Charles, telg uit een oud geslacht van grootgrondbezitters en later tweede Graaf, de Kerchove de Denterghem (1819-1882) in het huwelijk met Eugénie de Limon de Steenbrugghe (1824-1899), de oudste dochter van Thérèse de Limon. Thérèse overleed op 14 mei 1872, waarna Charles en Eugénie in het bezit kwamen van uitgestrekte landerijen en van het, inmiddels vervallen, buitenverblijf in Beervelde.

Graaf Charles en Gravin Eugénie lieten naast het bouwvallige kasteeltje een nieuw en groter oprichten naar een ontwerp van Théophile Bureau (1827-1884). De Brusselse landschapsarchitect van Duitse origine Louis Fuchs (1818-1904) kreeg de opdracht de velden en bossen rond het kasteel om te vormen tot een park. Dit was geen gemakkelijke taak.

Het onregelmatige stuk land dat hij hiervoor ter beschikking kreeg, zat geperst tussen het dorp Beervelde, de weg naar het naburige dorp Lochristi, de nieuwe steenweg naar Zaffelare (de huidige Beerveldsebaan) en de spoorlijn Gent-Antwerpen. De spoed waarmee het hele project in gang gezet werd, laat vermoeden dat men al vóór het overlijden van Thérèse de Limon aan de plannen begonnen was. In 1870 werkte het duo Fuchs Bureau immers samen aan de legendarische Gentse wintertuin van Graaf de Kerchove de Denterghem.

Het is niet uitgesloten dat de oudste zoon Oswald (de latere derde Graaf) de Kerchove de Denterghem (1844-1906) een belangrijke zeg had in het ontwerp van het park. Oswald wist een politieke carrière in het voetspoor van zijn vader en zijn grootvader te combineren met omvangrijke plantkundige activiteiten. Alle Kerchoves waren en zijn nog steeds plantenliefhebbers. Oswald was meer. Ondanks zijn rechtenstudie was hij een echte botanicus. Hij schreef artikelen over talloze onderwerpen, maar blijft voornamelijk bekend om zijn monumentale boeken over palmen en orchideeën.

Hij bewonderde de parken van Prins Hermann Pückler-Muskau (1785-1871) en was een aanhanger van diens gemengde stijl: symmetrisch vlakbij het woonhuis, onregelmatig in de rest van het domein. Een stijl die tegemoet kwam aan de wens om ook in een landschapspark bloembedden aan te leggen.

Leden van de familie de Kerchove de Denterghem nemen sinds 1875, haast ononderbroken, het voorzitterschap waar van de Koninklijke Maatschappij voor Landbouw en Plantkunde, inrichter van de vijfjaarlijkse Gentse Floraliën. De azalea collectie van Charles en Eugénie, later ook die van Oswald, was beroemd. De namen van laat 19de-eeuwse variëteiten van de Gentse trots, de Azalea Indica (nu Rhododendron simsii), herinneren ons het aanzien dat de familie de Kerchove de Denterghem bij de Gentse siertelers genoot. Verschillende kwekers haalden prijzen met variëteiten als Mademoiselle Louise de Kerchove, Président Comte Oswald de Kerchove, ... Ook cultivars van andere planten werden genoemd naar leden van de familie de Kerchove.

Graaf Oswald overleed in 1906. Na het heengaan van zijn weduwe in 1918 werd het Kasteel van Beervelde eigendom van hun enige zoon André (1885-1945), de jongste van de vier kinderen.

In Beervelde had het kasteel de Tweede Wereldoorlog, zij het beschadigd, overleefd. Zoals zoveel andere kastelen zou het de moderne tijden niet overleven. Het had een enorm volume van bijna 10.000 m3. Daarenboven is de pittoreske stijl waarin het gebouwd was door zijn bouwkundige detaillering zeer duur in onderhoud. Na de oorlog werd het kasteel afgebroken en in 1950 bouwde men op de grondvesten een voornaam, praktischer landhuis. Steeds onder Charles, vijfde Graaf, de Kerchove de Denterghem werden in 1966-67 de kelders van het landhuis, in feite restanten van het kasteel in 1873, gedecoreerd door Roger Raveel. Met enkele vrienden bracht die er een intrigerend kunstwerk onder, waaraan de tuin op een verrassende wijze deelneemt.

Sinds het overlijden van Graaf Charles ontfermt zijn tweede zoon, Graaf Renaud de Kerchove de Denterghem zich over het park. Het bleek niet mogelijk het geheel in stand te houden zonder het op een economisch verantwoorde wijze open te stellen. Graaf Renaud vond hiervoor de inspiratie in de buurt van Parijs, waar de familie Fustier al sinds 1982 de 'Journées des Plantes' op het domein van Courson organiseert.

Door Erlend Hamerlijnck